Overzicht Wet voorschriften vrijstelling leerplicht bij richtingsbezwaren 


Printbare versie (PDF)

Er worden in deze internetconsultatie twee wijzigingen voorgesteld in de Leerplichtwet 1969 en een wijziging in de Wet op Onderwijstoezicht. Hieronder lees je wat deze wijzigingen inhouden.

Link naar de internetconsultatie: https://www.internetconsultatie.nl/richtingbezwaren

Vrijstelling:

De ouder/verzorger die het onderwijs verzorgt, dient de vrijstelling in.

Je kunt alleen een beroep op vrijstelling doen als je een verklaring van ‘geen bezwaar’ hebt van de Inspectie van het onderwijs en als je een bewijs hebt waaruit blijkt dat je de Nederlandse taal beheerst op ten minste B2- of 3F-niveau.

Om een verklaring van ‘geen bezwaar’ te krijgen, doe je ten minste 30 weken voordat je kind 5 wordt melding bij de inspectie.

Je meldt bij de inspectie dat je een verklaring van geen bezwaar wil. Bij die melding voeg je een onderwijsplan toe. Ook voeg je de volgende gegevens toe: het persoonsgebonden nummer, de naam, de geboortedatum, het adres, de woonplaats, alsmede de postcode van de woonplaats van de betrokken jongere, en de naam, het adres, de woonplaats, alsmede de postcode van de woonplaats van degene die de melding doet, jij dus.

Na jouw melding, krijg je van de inspectie te horen: ‘bezwaar’ of ‘geen bezwaar’.

Bij ‘geen bezwaar’ doe je de kennisgeving van richtingbezwaar, zoals je nu gewend bent. Daarbij moet je ook je Nederlandse taalniveau kunnen aantonen.

Er volgt dan een verplicht gesprek met de leerplichtambtenaar, dus ná de kennisgeving en vóórdat je kind leerplichtig is. Aan dit gesprek neemt ook je kind deel. Op jouw verzoek of op verzoek van de leerplichtambtenaar kunnen er anderen aan dit gesprek deelnemen.

Zonder gesprek, geen vrijstelling.

Als je kind onder toezicht staat (OTS), kun je geen beroep doen op artikel 5b.

In het kalenderjaar waarin je kind 12 wordt is er opnieuw een gesprek tussen jou, je kind en de leerplichtambtenaar.

Dit gesprek is verplicht. Geen gesprek, geen vrijstelling.

De vrijstelling vervalt zodra de Inspectie van het onderwijs een melding heeft gedaan dat het onderwijs tekortschiet in kwaliteit of zodra de inspectie niet in staat is gesteld om de kwaliteit te kunnen beoordelen. De inspectie meldt dit aan jou en tegelijk aan de burgemeester en wethouders. 

De vrijstelling vervalt ook zodra je kind onder toezicht wordt gesteld.

(Eisen aan) het onderwijs

Degene die de vrijstelling indient, verzorgt het onderwijs. Dit onderwijs vindt vooral plaats op de locatie waar jij verblijft.

Jij stelt een onderwijsplan op. 

Het onderwijsplan voldoet aan de voorschriften (zie eisen onderwijsplan) en ligt ten grondslag aan het onderwijs.

Je zorgt voor voldoende onderwijs om het onderwijsplan goed te kunnen realiseren en je spreidt alles evenwichtig over het jaar.

Het onderwijs vindt aantoonbaar plaats in een sociaal, psychisch en fysiek veilig leerklimaat dat bijdraagt aan het bereiken van de onderwijsdoelen (de kerndoelen die je in je onderwijsplan opneemt, zie eisen onderwijsplan).

Het onderwijs wordt gegeven met gebruik van leermiddelen die op toereikende wijze bijdragen aan de onderwijsdoelen.

Je kind maakt een toets op 6- en 9-jarige leeftijd.

Je gebruikt voor het PO tenminste voor rekenen en Nederlands een leerling- en onderwijsvolgsysteem waaruit de vorderingen in de kennis en vaardigheden blijken op het niveau van je kind. Het leerling- en onderwijsvolgsysteem bevat toetsen (die je in ieder geval op 6- en 9-jarige leeftijd afneemt) die kennis en vaardigheden van de leerling meten, in elk geval op het terrein van de Nederlandse taal, rekenen en wiskunde. Daarbij gebruik je de referentieniveaus (zie eisen onderwijsplan). 

Je kind maakt een centrale eindtoets, in een volledige week tussen 15 april en 15 mei. Deze toets meet in ieder geval kennis en vaardigheden op het terrein van de Nederlandse taal, rekenen en wiskunde (met inachtneming van de referentieniveaus) en als je wil ook de kennisgebieden.

Indien je kind is verhinderd, wordt de toets op een later moment afgenomen, tenzij dit vanwege medische redenen onmogelijk is.

Voor zeer moeilijk lerende kinderen, meervoudig gehandicapte kinderen en leerlingen die 4 jaar of korter in Nederland zijn en daardoor de taal onvoldoende beheersen, kunnen uitzonderingen worden gemaakt.

Voor kinderen in de middelbare schoolleeftijd zorgt het onderwijs ervoor dat zij door kunnen stromen naar passend vervolgonderwijs, waarbij in principe wordt toegewerkt naar een startkwalificatie

Eisen aan jou

Jij moet aantoonbaar voldoende pedagogisch-didactisch bekwaam zijn.

Zolang je thuisonderwijs geeft, onderhoud je die bekwaamheid. Hoe je invulling geeft aan het onderhouden van je bekwaamheid laat je aansluiten op de behoefte van je kind.

Je moet kunnen aantonen dat je de Nederlandse taal beheerst op ten minste B2- of 3F-niveau.

Toezicht op het onderwijs

De inspectie houdt op verschillende manieren toezicht op het onderwijs. Ze controleren jaarlijks je onderwijsplan, ze komen langs in het eerste jaar en daarna ten minste 1x in de vier jaar.

De inspectie moet zich altijd een goed beeld kunnen vormen van het onderwijs en toezicht op het onderwijs moet altijd mogelijk worden gemaakt. Je houdt daarom de vordering van de leerling bij. Voor het PO via een leerling- en onderwijsvolgsysteem voor tenminste Nederlands, rekenen en wiskunde. 

Als de inspectie door het jaarlijkse onderzoek of bij een onderzoek op locatie oordeelt dat het onderwijs tekortschiet dan meldt ze je dit. Ze meldt het je ook als ze niet in staat is gesteld om een oordeel te vormen. De gevolgen daarvan zijn dat de vrijstelling vervalt.

Elk jaar stuur je uiterlijk 1 mei een onderwijsplan (zie eisen onderwijsplan) aan de inspectie.

De inspectie onderzoekt of aan de voorschriften voor het onderwijsplan is voldaan en de inspectie onderzoekt elk jaar of er inderdaad onderwijs wordt gegeven zoals bedoeld en of het onderwijsplan (dat je ingediend hebt) wordt nageleefd.

In het eerste jaar dat het onderwijs plaatsvindt bezoekt de inspectie de locatie om te onderzoeken of er sprake is van onderwijs zoals bedoeld en om te controleren of het leerplan wordt uitgevoerd. Als je thuis onderwijs geeft, in je eigen woning, dan vraagt de inspectie toestemming.

Als je die toestemming niet geeft, dan kan de inspectie niet vaststellen of er voldaan wordt aan de eisen en zal de inspectie daarvan melding maken en vervalt de vrijstelling.

De inspectie bezoekt ten minste elke vier jaar de locatie van het onderwijs. Daarbij geldt weer dat ze onderzoekt of er inderdaad onderwijs wordt gegeven zoals bedoeld en of het onderwijsplan (dat je ingediend had) wordt nageleefd. Geef je thuis onderwijs dan vraagt de inspectie toestemming om de woning te mogen betreden.

Wederom geldt: zonder toestemming kan de inspectie niet vaststellen of er voldaan wordt aan de eisen en vervalt de vrijstelling.

De Minister stelt een instructie vast voor inspecteurs. In de instructie wordt in ieder geval aangegeven hoe er uitvoering wordt gegeven aan hun taken.

Als er een redelijk vermoeden is dat er tekortkomingen zijn in de naleving van de wettelijke voorschriften, dan stelt de inspectie vervolgonderzoek in. Daarbij wordt ook de oorzaak van de tekortkomingen onderzocht. Indien nodig, bezoekt de inspectie de locatie.

De inspectie stelt je minimaal 4 weken voordat het vervolgonderzoek plaatsvindt op de hoogte van de datum en het doel.

Als de inspectie het nodig acht, doet zij vervolgonderzoek zonder je daarvan op de hoogte te stellen.

De inspectie kan onafhankelijke deskundigen betrekken bij haar onderzoek. Dit kan zowel bij het jaarlijkse onderzoek naar je onderwijsplan als bij de bezoeken op locatie, als bij eventueel vervolgonderzoek. 

De inspectie laat het je weten als je voldoet aan het naleven van de wettelijke voorschriften. 

Als de inspectie tot de conclusie komt dat het onderwijs tekortschiet, dan melden ze dat aan jou en tegelijkertijd aan de burgemeester en wethouders.

Het gevolg van deze conclusie is dat de vrijstelling vervalt.

De inspectie legt haar oordelen/bevindingen vast in een inspectierapport. De inspectie stelt jou in de gelegenheid van het ontwerp-rapport kennis te nemen en daarover overleg te voeren. Als er na overleg geen overeenstemming is bereikt, wordt jouw zienswijze opgenomen als bijlage in het rapport. Je krijgt het rapport altijd toegestuurd.

Inspectierapporten mogen niet openbaar gemaakt worden.

Overig

Burgemeester en wethouders en de Inspectie van onderwijs mogen onderling onderstaande gegevens uitwisselen als er melding gedaan wordt. Dus als er tekortkomingen zijn geconstateerd. Deze gegevens worden uitsluitend gebruikt om toezicht te kunnen houden en worden verwijderd zodra ze voor dat toezicht niet langer nodig zijn.

Als er iets wijzigt in het persoonsgebonden nummer, de naam, de geboortedatum, het adres, de woonplaats of de postcode van de woonplaats van je kind of er wijzigt iets in jouw naam, geboortedatum, adres, woonplaats of postcode, dan meld je dit aan de inspectie.

Op het onderwijs dat jij geeft aan je kind zijn artikel 4 en 6 van de Wet van Onderwijstoezicht van toepassing:

  • Artikel 4 zegt dat de inspectie haar taken uitvoert met inachtneming van de vrijheid van onderwijs. Jij wordt niet meer belast dan nodig voor het zorgvuldig uitoefenen van het noodzakelijk toezicht. De intensiteit van het toezicht hangt af van de kwaliteit van het onderwijs, de wijze waarop professionaliteit van de instelling is gewaarborgd en van de mate van naleving van wettelijke voorschriften. De taakuitoefening van de inspectie is er mede op gericht betrokkenen te informeren over de ontwikkeling, in het bijzonder van de kwaliteit, van het onderwijs.
  • Artikel 6 is een uitgebreid artikel over vertrouwensinspecteurs. Deze zijn er zowel voor jou als voor je kind.

Als jouw kind al is vrijgesteld van de leerplicht op grond van artikel 5, onder b, dan moet je per 1 augustus van het jaar, nadat de wet in werking is getreden, voldoen aan de nieuwe eisen. 

Zou bijvoorbeeld de wet per 1 januari 2022 in werking treden, dan zal je per 1

augustus 2023 moeten voldoen aan de aanvullende voorschriften van dit wetsvoorstel.

Zou de wet per 1 oktober 2022 in werking treden, dan zal je per 1 augustus 2024

moeten voldoen aan de aanvullende voorschriften van dit wetsvoorstel.

Eisen onderwijsplan primair onderwijs

Het onderwijsplan is gebaseerd op de volgende punten.

  • Het onderwijs wordt zo ingericht dat de leerling binnen 8 aaneensluitende schooljaren de school kan doorlopen.
  • Het onderwijs richt zich in elk geval op de emotionele en de verstandelijke ontwikkeling, en op het ontwikkelen van creativiteit, op het verwerven van noodzakelijke kennis en van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden.
  • Het onderwijs gaat er mede van uit dat leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving, is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie, en is er mede op gericht dat leerlingen kennis hebben van en kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten.
  • Het onderwijs omvat, waar mogelijk in samenhang:
    • zintuiglijke en lichamelijke oefening;
    • Nederlandse taal;
    • rekenen en wiskunde;
    • Engelse taal;
    • enkele kennisgebieden (minimaal aardrijkskunde, geschiedenis, natuur, waaronder biologie, maatschappelijke verhoudingen, waaronder staatsinrichting, geestelijke stromingen);
    • expressie-activiteiten;
    • bevordering van sociale redzaamheid, waaronder gedrag in het verkeer;
    • bevordering van gezond gedrag;
    • eventueel Frans of Duits.
  • Je hanteert de kerndoelen die gelden voor het basisonderwijs. Kerndoelen geven een beschrijving van kwaliteiten van leerlingen op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden.
    • Als je dringende bedenkingen hebt tegen de vastgestelde kerndoelen, dan kun je eigen kerndoelen vaststellen, mits van gelijk niveau. Je stuurt deze nieuwe kerndoelen dan aan de inspectie.
  • Voor de Nederlandse taal en rekenen en wiskunde worden de referentieniveaus uit de Wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen als uitgangspunt aangehouden.
  • Het onderwijs wordt gegeven in het Nederlands. Een levende streektaal mag ook gebruikt worden. Voor de aansluiting bij het Nederlandse onderwijs van leerlingen met een niet-Nederlandse culturele achtergrond, mag bij uitzondering ook een taal uit het land van oorsprong als voertaal gebruikt worden. Een deel van het onderwijs mag gegeven worden in de Engelse, Duitse of Franse taal. 
  • Je beschrijft in het onderwijsplan ook hoe je zorg draagt voor kwaliteit. Daarbij gaat het over de volgende punten:
    • Je zorgt ervoor dat je kind een ononderbroken ontwikkelingsproces kan doorlopen. Het onderwijs stem je af op de voortgang in de ontwikkeling van je kind, dat doe je mede met behulp van een leerling- en onderwijsvolgsysteem.
    • Daarnaast stel je vast welke maatregelen nodig zijn ter verbetering.

Eisen onderwijsplan voortgezet onderwijs

Het onderwijsplan is gebaseerd op de volgende punten. 

  • Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Het wordt afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen.
  • Het onderwijs wordt gegeven en de examens worden afgenomen in het Nederlands, tenzij je bijvoorbeeld een andere taal onderwijst, dan mag het in die taal, dus Engels leren, hoeft niet in het Nederlands te gebeuren.
  • Het onderwijs bereidt je kind voor op wetenschappelijk onderwijs, hoger onderwijs of beroepsonderwijs. De duur van het onderwijs (6, 5 of 4 jaar) hangt samen met deze keuze.
  • Er worden kerndoelen vastgesteld. Je besteedt aandacht aan:
    • Nederlandse taal
    • Engelse taal
    • geschiedenis en staatsinrichting,
    • aardrijkskunde,
    • economie,
    • wiskunde,
    • natuur- en scheikunde,
    • biologie,
    • verzorging,
    • informatiekunde,
    • techniek,
    • lichamelijke opvoeding, en
    • beeldende vorming, muziek, drama en dans.
  • Het onderwijs gaat er mede van uit dat leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving, is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie, en is er mede op gericht dat leerlingen kennis hebben van en kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten.
  • Jij draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs.