september 2014


Tweede Kamer wil thuisonderwijs handhaven

De Tweede Kamer vindt dat de mogelijkheid voor thuisonderwijs moet blijven. Wel zal er meer toetsing naar de kwaliteit ervan moeten komen. Lees voor het tekst het artikel op de website van het Reformatorisch Dagblad.

 

NVvTO pleit voor behoud thuisonderwijs in Nederland

Op 29 september aanstaande staat voor de Tweede Kamer het notaoverleg ‘Beleidsreactie op het Onderwijsraadadvies inzake art. 23 Grondwet’ gepland. Tijdens dit notaoverleg wordt ook thuisonderwijs besproken. In de Kamerbrief van de NVvTO gaan wij in op de vier agendapunten van dit notaoverleg die thuisonderwijs betreffen, te weten het advies van de Onderwijsraad, de reactie op het Onderwijsraadadvies van staatssecretaris Dekker, het interne advies van het Wetenschappelijk Bureau van het Openbaar Ministerie en het onderzoeksrapport ‘Vervangend onderwijs aan kinderen van ouders met een richtingbezwaar.

Natuurlijk houden wij als NVvTO in onze brief een vurig pleidooi voor het behoud van thuisonderwijs. We krijgen hierbij steun van de Onderwijsraad en verschillende wetenschappers die gezamenlijk een getuige-deskundigenverklaring opstelden waarin zij pleitten voor behoud van thuisonderwijs.
We hopen dat de Tweede Kamerleden zich bij hun oordeelsvorming laten leiden door deze adviezen van experts en door de feiten die op tafel liggen en ze hun stem laten horen vóór het behoud van deze unieke onderwijsvorm!
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

T.a.v. de vaste commissie voor OCW
Postbus 20018
2500 EA  Den Haag
per e-mail naar: cie.ocw@tweedekamer.nl
cc naar: Ministerie van OCW

Betreft: aanvullende reactie van de Nederlandse Vereniging voor Thuisonderwijs voor het notaoverleg op 29 september 2014

Dronten, 20 september 2014

Geachte commissieleden,

Op 29 september aanstaande staat het notaoverleg ‘Beleidsreactie op het Onderwijsraadadvies inzake art. 23 Grondwet’ gepland. In deze brief gaan wij in op de vier agendapunten van dit notaoverleg die thuisonderwijs betreffen, te weten het advies van de Onderwijsraad, de reactie op het Onderwijsraadadvies van staatssecretaris Dekker, het interne advies van het Wetenschappelijk Bureau van het Openbaar Ministerie en het onderzoeksrapport ‘Vervangend onderwijs aan kinderen van ouders met een richtingbezwaar’.

Onderwijsraad adviseert handhaving vrijstelling onder 5b
De Onderwijsraad bracht in 2012 haar advies ‘Artikel 23 Grondwet in maatschappelijk perspectief’ uit. Hierin adviseert de raad om vrijstelling van de leerplicht op basis van richtingbezwaren in de Leerplichtwet te behouden en wettelijke waarborgen te creëren dat ouders vervangend onderwijs aanbieden. Wij verzoeken u dringend om het advies van de Onderwijsraad over te nemen.

‘Thuisonderwijs heeft ook in Nederland recht van bestaan’
Zes prominente wetenschappers publiceerden als getuige-deskundigen op 28 oktober 2013 een deskundigenverklaring waarin zij betogen dat thuisonderwijs ook in Nederland recht van bestaan heeft. Zij komen tot het volgende advies:

  1. Verschaf thuisonderwijs een wettelijke basis door in de Leerplichtwet de mogelijkheid tot het geven van thuisonderwijs op te nemen.
  2. Ontkoppel de keuze voor thuisonderwijs van levensbeschouwelijke bezwaren en verbindt deze optie in plaats daarvan aan de grondwettelijke vrijheid om onderwijs te geven, waarbij de deugdelijkheid van het thuisonderwijs wordt gegarandeerd door instelling van een passende regeling voor toezicht en handhaving.

Het volledige advies hebben we in bijlage 1 opgenomen.

Reactie staatssecretaris staat haaks op advies van Onderwijsraad en wetenschappers en op eerdere afspraken met Tweede Kamer
In 2011 is in een algemeen overleg met u overeengekomen de mogelijkheid tot vrijstelling van de leerplicht wegens richtingbezwaren te behouden, met een lichte vorm van toezicht. Toenmalig minister Van Bijsterveldt heeft u toegezegd dit in een wetswijziging uit te werken. Staatssecretaris Dekker geeft in zijn brief aan dit wetsvoorstel niet verder te ontwikkelen, omdat het ‘te moeilijk’ zou zijn om te regelen. Dit wordt niet feitelijk onderbouwd en staat in schril contrast met de realiteit van vele westerse landen die er prima in slagen toezicht op thuisonderwijs te regelen. De Nederlandse Vereniging voor Thuisonderwijs (NVvTO) verzoekt u daarom vanuit uw controlerende en medewetgevende taak de staatssecretaris te bevragen op de validiteit van zijn in de kamerbrief geformuleerde argumenten.

Wij zijn van mening dat er voldoende feiten zijn die de argumenten van de staatssecretaris ontkrachten; deze hebben wij op 7 november vorig jaar kenbaar gemaakt in onze kamerbrief ‘Zienswijze’ met bijlage ‘Thuisonderwijs vanuit wetenschappelijk oogpunt’(zie bijlage 2 voor de complete brief).

Belangrijkste punten uit NVvTO zienswijze

  1. De Onderwijsraad adviseert handhaving van vrijstelling onder 5b Leerplichtwet. Het advies van de Onderwijsraad biedt geen enkele aanleiding tot afschaffing van artikel 5b. Integendeel, de Onderwijsraad geeft de wetgever ter overweging een verruiming van het begrip richting door te voeren tot ook pedagogische opvattingen of andere waardeoriëntaties.
  2. Recht op onderwijs en toezicht zijn goed te waarborgen. In zijn reactie op het Onderwijsraadadvies stelt staatssecretaris Dekker dat de lasten van toezicht op thuisonderwijs te groot zouden zijn en de plannen moeilijk uitvoerbaar. De NVvTO ziet hiervoor geen onderbouwing. Tijdens onze betrokkenheid bij het uitwerken van de wetswijziging om recht op onderwijs en toezicht te waarborgen voor kinderen met een vrijstelling onder 5b, werden door het ministerie van OCW geen signalen afgegeven dat realisering te moeilijk of te kostbaar zou zijn. De NVvTO is ten volle bereid mee te werken aan toezicht dat passend, proportioneel en betaalbaar is en draagvlak heeft. We verwijzen hierbij ook graag naar de veelvoorkomende voorbeelden in het buitenland waarin aangetoond is dat adequaat en proportioneel toezicht op thuisonderwijs wel degelijk mogelijk is.
  3. Het wetenschappelijk onderzoek in binnen- en buitenland ondersteunt de conclusies van de staatssecretaris niet. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt juist dat thuisonderwijs een volwaardige vorm van onderwijs is, die goede resultaten boekt op zowel cognitief als sociaal-emotioneel vlak, resultaten die vergelijkbaar zijn met de resultaten van schoolonderwijs. Uit Nederlands en buitenlands onderzoek blijkt dat ouders zorgvuldig inhoud geven aan het thuisonderwijs aan hun kinderen. Ze bereiden zich daar grondig op voor. De sociaal-emotionele ontwikkeling verloopt voorspoedig en de aansluiting met vervolgonderwijs en arbeidsmarkt is goed.
  4. ‘Van kleur verschieten’ of het verruimen van de gronden voor vrijstelling leidt niet tot grote aantallen thuisonderwijzers.
  5. De NVvTO is ervan overtuigd dat thuisonderwijs een kwalitatief hoogwaardige, innovatieve en adaptieve onderwijsvorm is die in het buitenland erkend wordt als volwaardige onderwijsvorm naast schoolonderwijs. Afschaffing van thuisonderwijs zet Nederland internationaal in een ongewenste, negatieve uitzonderingspositie op het gebied van innovatieve onderwijsvormen en burgerlijke vrijheden. Ook wijzen wij u erop dat een groep expats Nederland zal mijden als thuisonderwijs hier niet meer mogelijk is, hetgeen onze internationale concurrentiepositie zou benadelen.

Initiatieven op het vlak van toezicht
De ontwikkelingen op het vlak van toezicht op thuisonderwijs hebben sinds de reactie van staatssecretaris Dekker gelukkig niet stilgestaan. We willen hierbij graag twee initiatieven onder uw aandacht brengen.

  1. Enkele wetenschappers hebben het initiatief genomen tot het oprichten van een werkgroep met als doel een onafhankelijk keurmerk voor thuisonderwijs te ontwikkelen. De NVvTO wacht de vorderingen hiervan met interesse af.
  2. De NVvTO is op eigen kosten en verantwoordelijkheid een pilot gestart voor toezicht op thuisonderwijs. In deze pilot worden drie, op de voorwaarden van toenmalig minister Van Bijsterveldt en de Tweede Kamer geïnspireerde, varianten getest. Deze varianten worden getoetst op onder andere mogelijkheden tot waarborging van het recht op onderwijs, praktische uitvoerbaarheid en uitvoeringskosten. Meer informatie vindt u in bijlage 3.

Duidelijkere leerplichtwet
In 2012 publiceerde het Wetenschappelijk Bureau van het Openbaar Ministerie (WBOM) een intern stuk waarin zij vragen stellen hoe om te gaan met de leerplichtwet in de praktijk van het strafrecht. Als antwoord op de gestelde vragen brengen wij het reeds eerder genoemde advies van de getuige-deskundigen (zie bijlage 1) onder uw aandacht, waarmee het recht op onderwijs een betere juridische basis krijgt. Juridisch is dit mogelijk, maar, zoals zowel de Onderwijsraad als het WBOM als de getuige-deskundigen al opmerkte, het is aan de Kamer om hiertoe te besluiten.

Uit onderzoeken door OCW blijkt vervangend onderwijs goed geregeld
In 2008 gaf het ministerie van OCW opdracht aan het SCO-Kohnstamm Instituut om onderzoek te verrichten naar het vervangend onderwijs aan kinderen van ouders met een richtingbezwaar. De conclusie van dit onderzoek is dat ‘ouders in alle onderzochte gevallen voor vervangend onderwijs hebben zorggedragen’ en in het vervangende onderwijs ‘alle vakken aan de orde [komen] die het kind ook op school zou leren’.

Dit onderzoek werd in 2010 opgevolgd door een tweede onderzoek, waarin twee aanvullende vragen worden beantwoord, namelijk hoe de onderwijs- of beroepsloopbaan van jongeren verloopt na uitstroom uit thuisonderwijs, en hoe diverse andere Europese landen vormgeven aan een wettelijk kader. Hierbij worden verschillende toezichtmodellen beschreven die in andere westerse landen worden gehanteerd. Deze kunnen voor Nederland als inspiratie dienen. De conclusie van het onderzoek is dat ouders met tevredenheid terugkijken op de overgang. De kinderen zijn op een plaats terechtgekomen waar ze zich verder hebben kunnen ontwikkelen.

De conclusies van beide onderzoeken lieten zich in 2011 door toenmalig minister Van Bijsterveldt als volgt samenvatten: ‘Uit onderzoek komt naar voren dat de onderzochte ouders op consciëntieuze wijze zorgen voor vervangend onderwijs.’

In bijlage 4 vindt u de verwijzingen naar de betreffende onderzoeken en reacties.

Geslaagd werkbezoek door Kamerleden
De NVvTO zet zich samen met haar achterban op een positieve manier volop in voor het recht van ouders om onderwijs voor hun kinderen te kiezen dat overeenkomt met hun levensovertuiging. Tijdens het rondetafelgesprek (zie bijlage 5) van 14 november 2013 hebben wij uw Kamer zowel een nationale als een internationale petitie aangeboden waarin gepleit wordt voor behoud en versteviging van de wettelijke basis voor thuisonderwijs. Op 3 februari jongstleden organiseerde de NVvTO een werkbezoek voor alle leden van de commissie OCW aan gezinnen die thuisonderwijs geven. De kamerleden die op deze uitnodiging zijn ingegaan, waren hier erg enthousiast over. Wij zijn graag bereid om voor de commissieleden die toen verhinderd waren een tweede werkbezoek te organiseren.

Ten slotte
Het zal u niet verrassen dat er ook in het buitenland met grote verbazing op de voornemens gereageerd is. Wij verzoeken u de burgerinitiatieven om toezicht op thuisonderwijs te organiseren de tijd te geven, en de resultaten hiervan mee te nemen in uw overwegingen. Daarnaast vragen wij u, alvorens over te gaan tot wijziging van de Leerplichtwet, de staatssecretaris op te roepen om aan wetenschappers, het thuisonderwijsveld en OCW opdracht te geven een plan te ontwikkelen waarin voor thuisonderwijs passend en proportioneel toezicht, en het recht op onderwijs zijn gewaarborgd.

De Nederlandse Vereniging voor Thuisonderwijs verzoekt u dringend om niet akkoord te gaan met het voornemen van staatssecretaris Dekker om thuisonderwijs (vrijstelling wegens richtingsbedenkingen) te verbieden. De vrijheid van onderwijs is in het geding. Dat zou ondenkbaar moeten zijn in een land als Nederland, waar vrijheden van oudsher gewaarborgd zijn.

Met dank voor uw aandacht,
met vriendelijke groeten,
namens de Nederlandse Vereniging voor Thuisonderwijs,

Ir. H.P. Celen – voorzitter -voorzitter@nvvto.eu
Mevr. M. Gelsing – secretaris – secretaris@nvvto.eu


Bijlagen:

  1. Deskundigenverklaring ‘Thuisonderwijs heeft ook in Nederland recht van bestaan’
  2. Kamerbrief: Zienswijze Thuisonderwijs voor rondetafelgesprek 14-11-2013 inclusief bijlage Thuisonderwijs vanuit wetenschappelijk oogpunt
  3. Beschrijving pilot ‘Toezicht op thuisonderwijs’
  4. Onderzoeken ‘Vervangend onderwijs aan kinderen van ouders met een richtingbezwaar’ en de bijbehorende kamerstukken.
  5. Samenvatting rondetafelgesprek 14 november 2013